Duurzaam en vers fruit haal je maar op 1 plek, je eigen tuin. Dat is ook aan de smaak duidelijk te merken. Voor fruitboomsoorten en -rassen is er niet veel ruimte nodig, want veel worden tegenwoordig ook op onderstammen gekweekt die de fruitbomen klein houden. Fruit groeit overal waar wat zon is, in gewone, goed gedraineerde tuingrond. Nog even en veel soorten fruit bloeien weer uitbundig. Een mooie bloei met witte en roze bloemen, dat is toch genieten?
Moerbei en notenbomen
Moerbeien bloeien in mei en rijpen in juli. In platte ‘dakvorm’ gesnoeide moerbeien zijn inmiddels heel geliefd. Er bestaan twee hoofdsoorten: de witte moerbei (Morus alba) geeft wittig-roze vruchten (dit is de soort waar de zijderups op wordt gekweekt) of de zwarte moerbei (M. nigra), die geeft donkerpaarsrode vruchten. Moerbeivruchten smaken heerlijk friszoetig. Ze hebben een soort langgerekte braamvorm.
Notenbomen zijn er in tal van soorten.
Hazelaars (Corylus avellana), de lage meerstammige bomen of hoge struiken met de bekende in september oogstbare nootjes en de gele katjes in januari (ze zijn zelfsteriel, dus plant enkele rassen). Er zijn ook hazelaars met mooi roodbruin blad en rassen met korte, brede of grotere, langwerpige vruchten.
De tamme kastanje (Castenea sativa) wordt een grote hoge fruitboom. Een goed alternatief voor tuinen is de veel lager blijvende Chinese tamme kastanje (C. molissima) die ook een goede opbrengt geeft. De walnoot (Juglans regia) wordt in veel gevallen ook een grote boom, maar er zijn zelfs ook struikvormen. Veel rassen hebben geen naam, maar een nummer. Alle in kuip of container gekweekte fruitbomen zijn het hele jaar door plantbaar.